In de periode van 2006 - 2012 is er op initiatief van de Federatie van Vleesveestamboeken, het Belgisch Witblauw Rundveestamboek Nederland en de Vereniging Nederlands Stamboek voor Verbeterd Roodbont Vleesvee onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het routinematig gebruik van keizersnede en het probleem van moeilijke geboorten bij dikbilrunderen sterk te verminderen.
In 2006 is de haalbaarheid onderzocht van natuurlijk afkalvende dikbilkoeien door middel van gesprekken met fokkers, stamboeken, KI-organisaties en wetenschappelijke deskundigen. In 2007 is met de sector gekeken of dit aanknopingspunten biedt om er mee aan de slag te gaan. De bereidheid was er en de sector heeft daarna zelf in drie groepen een plan van aanpak uitgewerkt voor de fokker, de veehouder en de dialoog met de burger. De aanbevelingen van de drie groepen zijn eind 2007 gepresenteerd in een workshop en op basis van de aanbevelingen van de werkgroepen fokker en veehouder is in 2008 een groep van 16 voortrekkers (8 fokkers van ieder ras) gestart om ervaring op te doen met de voorgestelde aanpak.
Bij de koeien van de voortrekkers zijn vanaf 2008 jaarlijks de inwendige bekkenmaten gemeten. Deze methodiek, ontwikkeld door Iris Kolkman van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent in Merelbeke, maakt gebruik van de Rice Pelvimeter en meet de inwendige bekkenmaten via het rectum. De methode bleek geschikt voor het verzamelen van gegevens voor een fokwaardenschatting. Tussen 2008 en 2012 zijn op 30 bedrijven de inwendige bekkenmaten van koeien gemeten.
De conclusies uit het onderzoeksproject zijn verwerkt in het rapport 'Naar een probleemloos afkalvende dikbilkoe'. Uit het project zijn voor bekkenmaten en fokkerij conclusies gekomen die de basis leggen voor het perspectief van het huidige project 'Bewust Natuurlij Luxe'.